Laurens van der Weteringwetenschap, opinie, 9 november 2002

Werk in uitvoering

Dagboek over een transformatie (5)

24 oktober 2002 - Het is zover, ik ben thuis, borstloos en gelukkig! Het was een zware week in het ziekenhuis, vooral doordat de narcose mij zwaar viel. Twee dagen heb ik niets gegeten, niet kunnen plassen en geen gesprek kunnen volgen. Een hoop nieuwe dingen heb ik meegemaakt: drains, de catheter, de zuster 's nachts bellen om extra pijnstillers. Zoals mij al was verteld door anderen ging het een stuk beter vanaf het moment dat de drains die het wondvocht afvoeren, waren verwijderd. Om 10.15 uur in de ochtend gingen ze eruit en om 11.00 uur stond ik buiten. Dat staan was dan een wat pijnlijk voorovergebogen staan.
Nu ik weer thuis ben en wat door de flat schuifel en veel op bed lig, ben ik de narigheid bijna alweer vergeten. Iedere ochtend wanneer de strakke band rond mijn borst afgaat om te kunnen douchen, kijk ik in de spiegel. Met plezier. Mijn lichaam laat het nog niet toe, maar ik zou het liefst iedere nacht in strak t-shirt in 'de disco' rondspringen! De blijdschap dat dit beter voegt, op de een of andere manier, met wie ik ben is groot en voor mij ook ontroerend. Iemand aan de telefoon vroeg mij of ik geen spijt had nu het was gebeurd. Zo'n gedachte staat zover van mij af. Het is moeilijk uit te leggen hoe je ondanks een wellicht grillige en impulsieve natuur op een bepaald vlak heel voorzichtig en weloverwogen kunt zijn. Ik heb echt het gevoel dat ik naar deze ingeslagen weg toe ben gegroeid, al maak ik er daarmee misschien iets teveel een dichtgetimmerd, achteraf verhaal van.
Waarom is deze bevrijding ook zo verbonden met kleding? Het eerste waar ik namelijk aan denk wanneer ik in de spiegel kijk: nu kan ik t-shirts aan, nu zal dat en dat overhemd eindelijk echt goed staan. Bij een andere jongen heb ik dat ook zo duidelijk gezien: na de borstoperatie kreeg hij veel meer zorg voor zijn kleding en zijn uiterlijk in het algemeen. Heel lang heb ik gestreefd naar een soort compromis tussen vrouwelijkheid en jongensachtigheid in mijn kleding. Ik wilde er niet uit zien als een butch, dus werd het een soort androgyne onhandigheid, af en toe opgeluisterd met tuttige elementen.
Ik krijg veel bezoek. De aandacht en attenties maken deze periode bijzonder en de goede zorgen van mijn vriendin zijn een warm bad. Ik voel mij daar zo dankbaar voor. Het is dat ik rusteloos kan zijn en graag dingen in de hand neem, anders zou ik deze zorg veel langer dan nodig is uitbuiten!


(Dit is de vijfde in een reeks van acht dagboeknotities waarin Laurens verslag doet van zijn gedachten en gevoelens.)