Fleur Brouweropinie, 3 december 2002

Column Fleur Brouwer

De consultant (1): bevrijd!


Met het klimmen der jaren rukt de gevreesde Alopecia Androgenetica op. Een hormonenkwestie. Een kwestie waar A., mijn hartsvriend (v/m), van wakker ligt of wanhopige dromen over droomt. Als ik haar ontmoet, breekt vroeg of laat altijd het moment aan dat hij over de verschrikkelijke haarvernietiging begint. Steeds diepere havens, en dons op plekken waar gewoon haar hoort te zitten! Ikzelf kan er over meepraten, maar goed: over mij gaat het deze keer even niet.
A. zou het er met minder mensen over moeten hebben. Niet reageren op opmerkingen, en zeker niet zelf over hoofdkaligheden beginnen. Maar ja, het zit hem tè hoog. 'Je kunt me nog meer vertellen', zegt ze, 'maar welke vrouw heeft er nou echt een kale kruin die niet met het omliggende haar te bedekken is? En welke vrouw ziet in winkelruiten en spiegels, o ja, en niet te vergeten op foto's en videofilmpjes, de hoofdhuid gewoon door het haar heen?'
Veel vrienden en kennissen in A.'s omgeving zeggen 'dat het er nog best mee door kan'. Maar dat zijn mensen die ófwel liegen, ófwel de gemiddelde iets oudere màn als referentiepunt nemen. En een man voelt A. zich, ondanks de hormonen, niet. 'Kijk dan eens naar Jan Marijnissen!', zeggen de schatten. Ondertussen mag A. al dolblij zijn als, met hulp van de volume-mousses, de ultrastrong-fixing-sprays en de extra-veerkracht-up'n-go's, niet iedere collega het eens per week heeft over de groei van A.'s kale mannenplek.

En dan ineens... A. belt en doet opgewonden. Hij nodigt me uit om mee te gaan naar de hair consultant. De wat..? En bedoelt ze nu meteen? De vraag overvalt me, maar waarom zou ik niet meegaan: ik heb feitelijk niks beters te doen. En ik ben ook meteen erg nieuwsgierig.
We nemen de trein, want deze hair consultant houdt haar consultancies in een villa in het Gooi. Tijdens de reis zit A. tegen me aan te kletsen over spaarloon dat binnenkort gedeeltelijk vrijvalt, waardoor de enorme investering in nieuw, echt mensenhaar eindelijk mogelijk wordt. Bijna verontschuldigend voegt ze er aan toe: 'zo is er toch nog één voordeeltje aan die verdomde nieuwe politiek'. De spaarloonregeling deels opheffen om extra haar te kunnen aanschaffen: ik verzeker A. dat de vermoorde, kale professor het beslist zo gewild zou hebben.
In de wachtkamer van de hair consultant fluisteren we. Al snel houdt ook dat op. A. gaat steeds verzitten en zucht met een gemiddelde van een keer per minuut. Ik grijp een brochure over haarprotheses van de leesplank en duw die in zijn handen. Zelf pak ik een willekeurige glossy en sla deze bij een even willekeurige pagina op. De rubriek heet Beauty-trend. De kop luidt Plasmalite-behandeling. Ik lees.

De redactrice is ook naar een consultant gegaan. Maar dit is een consultant die geen haar toevoegt maar het juist verwijdert. Even ben ik in de war. We zijn hier toch om..? Dan begrijp ik, dat ik nu niet aan A.'s hoofd moet denken. Ik moet even met de redactrice mee¦ Niet kaalhoofdigheid maar de bikinilijn is het probleem. Hoewel: probleem? Niet voor lang meer. Want na luttele behandelingen met licht ('slechts drie tot zes keer, à 180 euro') is de bikinilijn zoals de redactrice hem zich altijd heeft gedroomd. Kaal. Zacht. Oogverblindend. Normaal.
Vanaf dat moment gaat het fantastisch met de redactrice. Citaat: 'Euforisch gevoel. Nooit meer scheren! Nooit meer epileren! Nooit meer ontstekingen van ingegroeide haartjes, nooit meer stoppels op het strand, nooit meer aan de bikinilijn denken! Ik wil al mijn vriendinnen bellen die klagen over okselhaar, bontmutsbenen, een haar-lijntje vanuit de navel: deze methode onthaart alles! We zijn bevrijd!'
Ik kijk op. A. staat bij de deur. 'Ga je nou nog mee?', vraagt ze ongeduldig. In de donkere gang zie ik een vage gestalte met veel blond, krullerig haar. Ik zucht. Wat is het leven toch ingewikkeld. Hier bontmutshaar eraf, daar kophaar erbij. Nu ja. Ik sta op. 'Bevrijd, allemaal bevrijd', mompel ik. Gelukkig hoort A. me niet: hij is al met het blonde haar mee.