Fleur Brouweropinie, 13 september 2000

Lichaamshaar :-( !


Eigenlijk zou ik hier willen schrijven dat ik op weg was naar het genderteam, want dat zou leuk passen bij het onderwerp. Maar dat is niet eerlijk, want het is niet waar (waarmee ik beslist niet wil zeggen dat ik het verzinnen van verhaaltjes een oneerlijke bezigheid vind). Ik zal eerlijk zijn: het was negen augustus en ik was op weg naar de kaakchirurg. Niet leuk dus. Omdat ik een beetje nerveus was, las ik in de trein niet alleen de faits divers en erger van de Volkskrant (kun je tegenwoordig een hele poos zoet mee zijn!), maar ook de Spits (uit de metro meegenomen) en de Metro (juist niet uit de metro, maar uit een bak in het station).

In alle drie de kranten hetzelfde bericht, in de Volkskrant zelfs met een fotootje van een zwaaiende vrouw. Bijschrift bij deze foto: 'Julia Roberts, met ongeschoren oksel'. Daaronder de kop, met aanhalingstekens, dus als citaat: 'Vrouwen met lichaamshaar zijn agressief'. Allemachtig!

De Amerikaanse psycholoog Susan Basow heeft een onderzoek gedaan onder mannen en vrouwen: ze liet ze video's zien van twee vrouwen in badkleding, 'de een zonder en de ander met lichaamshaar'. En of Basow deze mensen nou vertelde dat de ongeschoren vrouw een feministe was of dat ze allergisch was en zich daarom niet kon scheren, het maakte niks uit: zowel mannen als vrouwen vonden de ongeschoren vrouw 'minder aardig, non-conformistischer en agressiever dan de gladgeschoren vrouw'. Wel hadden ze 'de indruk dat ze een betere conditie had dan de vrouw-zonder-haar'.

Metro en Spits haakten hier wel zo'n beetje af. De Volkskrant ging nog even door en liet Basow heel even aan het woord. 'Lichaamsbeharing roept een enorme afkeer op', stelde ze. Dat vrouwen zich sinds de jaren twintig op zoveel plaatsen scheren, heeft volgens haar te maken met 'de illusie dat we geen beesten zijn'.

Mannen zijn dus beesten, dacht ik vilein, terwijl ik de zonnige ochtend in staarde. Dat wordt hier maar weer even bevestigd! Tja, dit was meteen op afstand de meest positieve gedachte. Want de treurnis sloeg toe, overigens niet weinig gevoed door de komende tanden-ellende. Je weet het! Je ziet het elke dag in de tv-commercials! Maar zo'n onderzoek..: vrouwen moeten kinderlijk, dus ongevaarlijk zijn!

Ik las. Ook Basow had het erover: ze vind het alarmerend dat vrouwen terug lijken te verlangen naar de 'onbehaarde' tijd van voor hun puberteit.

De analyses laat ik over aan u, gender(over-)gevoelige lezer. Ik dacht intussen al aan de onverminderde feministische woede van Y als het over dit soort dingen ging. Mannenmacht noemt ze dat, mij net een beetje te eenzijdig. 'Waarom denk je dat vrouwen strompelen op schoenen met hakken?', roept ze dan. 'Ze kunnen niet eens de bus halen. Ik geloof pas dat het niks met onderdrukking te maken heeft als mannen massaal op naaldhakken gaan lopen'. Ze heeft gelijk, al moet er toch íets van een vrouwelijke esthetiek zijn. (Hier haal ik mezelf altijd onderuit: waar komt dat dan vandaan? Het zit zeker in de genen, hè?) Overigens zijn hoge hakken volgens mij (voer voor Basow) er juist voor om het dierlijke van de vrouw te suggereren: op de tenen lopen, de spieren daardoor op een bepaalde manier spannen!

Tja, en voordat ik uitstapte was ik al verstrikt in een warboel van gedachten en gevoelens over mijn voortdurende strijd tegen de 'mannelijke' beharing, voor mij als biologisch man die zich eerder vrouw voelt nogal vanzelfsprekend. Het scheren en epileren kwam me nu nog iets minder correct voor dan gewoonlijk. Moest ik vanwege die belachelijke (voor-)oordelen van een onderzoeksgroep, ongetwijfeld representatief, nu dus toch maar weer aan de dichtbehaarde bovenbenen en billen? Non-conformistisch genoemd worden vond ik bovendien kloppen, en een beetje meer agressiviteit en minder aardigheid kon geen kwaad. Een goeie conditie was ook nog eens meegenomen. Help! Wat moest ik doen? Nog prangender dan anders was nu de vraag: waar hoor ik bij?

Terwijl de kaakchirurg een groene lap over mijn hoofd legde, besloot ik (wanhopig): ik doe toch maar gewoon waar ik zin in heb.