Janiek interviews, 26 december 2010

Yvo Vas Dias Postma over transgender en religie

'Mededogen is het fundament'

Als ik vanuit het drukke Amsterdamse verkeer de woning van Yvo Vas Dias Postma binnenkom, bevind ik mij in een oase van rust. Gedempt licht, sober meubilair, aan de wand enkele gekalligrafeerde spreuken in Arabisch schrift. Een kleine alkoof doet dienst als boeddhistisch huisaltaar. Yvo is Tibetaans boeddhist en transman en ik ben gekomen om met hem te praten over zijn levenspad en over zijn activiteiten rond transgender en religie. Op mijn vraag naar waar het allemaal begon, moet hij eerst lachen. "Weet je, ik houd mij eerlijk gezegd niet zo bezig met het verleden. Ik ga verder met wie ik nu ben en leef vooral in het hier en nu. Maar ik kan er wel iets over vertellen.

"Het eerste wat ik over mijzelf echt zeker wist, was dat ik verliefd werd op vrouwen. En ik was als meisje geboren, dus zou ik wel lesbisch zijn. Dat was in mijn jeugd nog lang niet zo geaccepteerd  als nu, dus ik hield het voor me en wachtte geduldig tot ik achttien zou zijn. In die tijd moest je achttien zijn om tot het COC toegelaten te worden. Toen het eenmaal zover was, ben ik dan ook meteen actief geworden binnen de homo-beweging. Uitgaan en dansen, natuurlijk, maar ik deed ook veel aan voorlichting. En ik hielp mee met het organiseren van evenementen, zoals de Europride in 1994. Dan was ik de PR-man, vrouw, nou ja, dat was toen nog ingewikkeld.

Jongensuur
"Tijdens die Europride was er een workshop van Diana Torr, waarin je kon leren je als man te presenteren, wat je tegenwoordig een  ‘drag king workshop' zou noemen. Daar kwam ik andere jongens tegen, transjongens. Achteraf gezien was dat een punt van omslag. Maar ik zat nog in een relatie, met een lesbische vrouw. Dat gold voor ons allemaal, trouwens. Geen van ons was toen al bezig met dingen als hormonen of operaties. Wel trokken we steeds intensiever met elkaar op en cultiveerden we een intellectuele sfeer, waarin we ons bezighielden met literatuur en veel praatten over de betekenis van ons trans-zijn. Echte gentlemen waren we, in drie-delig pak.

yvo

"In 1998 richtten wij samen het Jongensuur op en begonnen we ontmoetingen te organiseren voor transjongens. En we gingen voorlichtingsmateriaal maken. Het was toen dat ik voor het eerst naar het genderteam van het VUmc ging. Ik heb toen een hele reeks gesprekken gehad, maar kwam toch tot de conclusie dat ik er nog niet aan toe was om verder te gaan. Wel had ik al mijn naam veranderd en presenteerde ik mij altijd als man, maar er waren nog veel dingen die ik eerst helder wilde hebben.
"De relatie waar ik toen in zat maakte het erg ingewikkeld. Mijn vriendin was lesbisch en als ik mijzelf als man zag, kwam ook haar identiteit op losse schroeven te staan. Nu ben ik een erg loyaal iemand, dus er is veel tijd overheen gegaan eer we tot de conclusie kwamen dat we niet bij elkaar konden blijven. Ik moest verder, daar was geen ontkomen aan. Ook mijn verbondenheid met de lesbische scene moest ik loslaten.

Pad
"Zo zijn er telkens momenten geweest waarop ik duidelijk merkte hoe ik mijn pad effende om verder te kunnen. Ik hernner me bijvoorbeeld nog goed hoe ik op een dag besloot om naar de synagoge te gaan, om mij aan God te presenteren. Dat had heel sterk te maken met het beeld dat ik had van mijn Joodse grootvader, die ik helaas nooit gekend heb, maar die wel heel belangrijk voor mij was. Ik kwam daar binnen op het Jonas Daniël Meijerplein en kreeg heel vanzelfsprekend een keppeltje aangereikt. Toen ik weer buiten kwam wist ik dat mijn opa mij als zijn kleinzoon had geaccepteerd.
"Het is al met al heel complex geweest om die Joodse achtergrond een plek te geven in mijn leven. Die was op zich nog eens extra ingewikkeld: mijn opa kwam uit Friesland en was Joods, maar niet religieus. Mijn oma kwam uit Duitsland en was katholiek. Samen hebben zij hier in Amsterdam een bestaan opgebouwd, maar toen de oorlog kwam hebben zij het lot van het hele Joodse volk gedeeld. Velen van mijn moeders familie zijn toen weggehaald en nooit meer teruggekomen.
"Zelf was ik al veel eerder het boeddhistische pad opgegaan en betrokken bij het Shambala Centrum, een Tibetaans Boeddhistische gemeenschap in Amsterdam. Daar ontmoette ik op een gegeven moment een leraar die me heel sterk aansprak., Ringu Tulku Rinpoche. Maar ik had al een leraar en ik wilde graag bij het Shambala Centrum betrokken blijven. Gelukkig hebben we een vorm gevonden waarin Ringu Tulku mijn persoonlijke leraar kon worden zonder dat ik daarvoor mijn banden met Shambala moest verbreken.

Compassie
"In die tijd ging ik weer terug naar het genderteam en toen ging alles wel heel snel. Ik heb mijn leraar Ringu Tulku meteen ingelicht over wat ik ging doen en hij heeft me zonder enig voorbehoud door alle veranderingen heen geholpen. Met die plotselinge toevloed van testosteron die je krijgt als je met de hormoonbehandeling begint moet je wel leren omgaan. Je neiging op erop te slaan als je boos bent is meteen een stuk groter. Ringu Tulku bracht me dan door bepaalde beoefeningen weer terug bij de basis, dat is ‘compassie'. Dat is ook waarom binnen het boeddhisme geen oordeel bestaat over trasnseksualiteit of homoseksualiteit: je bent een mens en dus moet je in je leven door bepaalde dingen heen en daartegenover past enkel een houding van mededogen.
"Ondertussen was ik door Kam Wai Kui gevraagd om zitting te nemen in het bestuur van T-Image. Dat is een stichting die activiteiten ontplooit op het vlak van beeldvorming rond transgender. T-Image heeft een aantal keer het Transgender Filmfestival georganiseerd en in 2004 de T3 Conferentie. Dat was het begin van de Werkgroep Transgender, Religie, Levensbeschouwing en Ethiek. Ik heb toen namelijk een workshop gegeven rond dat thema en daar kwamen best veel mensen op af. Wat ik toen merkte is dat er vooral veel oud zeer bestond tegenover religieuze instituties. Toen dat allemaal ineens loskwam ontstond er een sfeer waarin slachtofferschap centraal kwam te staan. Een heel negatieve sfeer, waar ik uiteindelijk boos om werd. Dat heb ik ook geuit en dat bracht wel iets teweeg: plotseling kregen mensen ook weer oog voor de andere kant. Zij zaten daar immers niet voor niets, religie liet hen niet onverschillig. Tenslotte zijn wij, volgens mij, allemaal spirituele wezens.

Scheppingsorde
"Ik heb toen een onderzoek gedaan onder transmensen over hun ervaringen met religie. Daarna ben ik alleen doorgegaan met de Werkgroep. Dat is geen officieel orgaan, maar eerder een platform waardoor allerlei activiteiten kunnen worden geïnitieerd of ondersteund. Door mijn opleiding tot case-manager weet ik hoe je de juiste mensen op het juiste moment bij elkaar moet brengen.
"Allerlei prominenten binnen kerk, synagoge en moskee heb ik opgezocht om hen te bevragen over bijvoorbeeld de officiële standpunten van hun gemeenschap tegenover transseksualiteit. De islam blijkt dan zomaar veel toleranter jegens transgender dan tegenover homoseksualiteit. Voor het orthodoxe Jodendom geldt dat er wel geopereerd mag worden als het lijden anders te groot is. De katholieke kerk is lastig, die gooit homo en trans op één hoop en komt altijd weer met die scheppingsorde aan. Daar zijn de protestantse kerken vaak toch wel liberaler in.
"Wat ik aan informatie vind of krijg aangedragen breng ik samen op de website van de Werkgroep. Zo is die kennis beschikbaar voor wie daarnaar zoekt en via links weten mensen ook elkaar weer te vinden. Ik krijg veel vragen van studenten, die scripties schrijven over transseksualiteit. En verzoeken om interviews. De website heeft me ook veel internationale contacten opgeleverd. Helaas zijn de meeste religieuze transmensen erg terughoudend om met hun trans-zijn in de openbaarheid te komen. Dat maakt het vaak wel moeilijk om dingen van de grond te krijgen en elkaar te bereiken. Terwijl daarmee toch veel te winnen valt."

Kader:

Dat er voor transmensen nog veel te winnen valt, geldt ook op het politieke vlak. Daar doet zich naast de door Yvo genoemde terughoudendheid nog een ander probleem voor. De transgendergemeenschap - als die al bestaat - is buitengewoon divers. Men spreekt wel van "een brede parapluterm voor alle mensen die zich op wat voor manier dan ook niet in de klassieke tweedeling 'man' of 'vrouw' thuisvoelen of er door anderen niet vanzelfsprekend in worden geaccepteerd." Lang niet iedereen is gelukkig met dit soort definities. Ook kunnen de wensen en noden richting politiek sterk verschillen.
In 2008 is het Transgender Netwerk Nederland opgericht, dat zich profileert als een lobby-organisatie voor al die verschillende mensen. TNN kent een aantal speerpunten. Het onder de aandacht brengen van ‘hate-crimes': geweld tegen één transgender raakt de hele groep, omdat het tegen de identiteit gericht is. Het loskoppelen van sekseregistratie en de geslachtsaanpassende behandeling: dat stelt transgenders in staat te leven in hun gewenste genderrol zonder medische behandeling en vergemakkelijkt voor anderen de transitieperiode aanmerkelijk. Verwijdering van genderdysforie uit de psychiatrische handboeken: een identiteits-issue is niet hetzelfde als en psychiatrische aandoening.
Daarnaast is de Stichting Transvisie actief. Zij richt zich primair op de zorg en organiseert o.a. zelfhulpgroepen en psychosociale hulp voor transmensen. Ook onderhoudt zij intensief contact met de genderteams om de kwaliteit van de zorg rond de transitie te bewaken. Lobbyen om de financiëring van die zorg te waarborgen behoort ook tot haar taken. Tenslotte speelt Transvisie een belangrijke rol op het gebied van voorlichting rond transgender en transseksualiteit.


Klik hier voor de website van de Werkgroep Transgender, Religie, Levensbeschouwing en Ethiek.