Fleur Brouweropinie, 1 december 1997

Wie is er bang voor de glijdende schaal?

Transgenderisten als derde categorie

Hebben we de transseksuelen gehad, vervolgens de travestieten, krijgen we dit ook nog! Onder de koppen 'VU worstelt met derde geslacht' (voorpagina) en 'Wanorde in de wereld der seksen' (pagina 3) deed Het Parool op 11 november j.l. kond van een 'nieuwe groep', de zogenaamde trangenderisten, 'mensen die zowel man als vrouw willen zijn en willen genieten van beide geslachtskenmerken'. Andere kranten en tv volgden. Zijn we straks werkelijk van het hokjesdenken af?

 

De aanleiding voor de publiciteit was een symposium van de Vrije Universiteit over transseksualiteit. Het Parool-artikel citeert prof. dr. L. Gooren, hoogleraar transseksuologie aan de VU, die tijdens het symposium zijn visie gaf op onder meer het derde geslacht en de zogenaamde transgenderisten. (In het redactioneel op blz. 3 wordt ingegaan op het gebruik van de term transgenderist - red.)
Prof. Gooren kreeg het vervolgens, alsdus het Parool, "aan de stok met een patiënt die hij weigert te behandelen". Concreet gaat het om mensen die weliswaar hun lichaam niet (goed) kunnen accepteren zoals het is, maar die zich niet willen laten ombouwen van man naar vrouw of omgekeerd. Zij willen "genieten beide geslachtskenmerken".

Ogenschijnlijk neemt het Genderteam van de VU een conservatief standpunt in. Gooren is bang voor het supermarktidee, hij vraagt zich af of de ingreep heilzaam is, enz. Transgenderist Arthur Brink is daarom boos: "In feite zegt Gooren dat wij niet normaal zijn. Minder normaal zelfs dan de gewone transseksueel." Zijn boosheid (en hij is niet de enige) is heel begrijpelijk. Je zit nogal niet met iets.

Maar wie als betrokken buitenstaander de woorden van Prof. Gooren probeert te interpreteren, kan niet anders concluderen dan dat hij zorgvuldig zoekt naar antwoorden op de vraag wat wetenschap en hulpverlening hier nu toch mee aan moeten, en dat hij daarnaast uiterst alert is op meningen uit de samenleving (niet in de laatste plaats die van de inspectie, "die over onze schouder meekijkt").
Een artikel in de Volkskrant van 9 januari j.l. over prostituees die transgenderist genoemd worden, lijkt deze conclusie te bevestigen. Over het algemeen gaat het hier om biologische mannen, die borsten willen hebben en bijvoorbeeld ook rondere heupen. Prof. Gooren is nog steeds terughoudend, maar zegt geen principile bezwaren te hebben. "Het is iets nieuws. We weten niet of het een gezonde toestand is. Ik wil het dit najaar aan de orde stellen op een congres. Misschien dat daarna een protocol voor de behandeling kan worden opgesteld."

Eén hokje erbij?

Mannen die borsten eisen? We kunnen gevoeglijk aannemen dat de meeste mensen zoiets op z'n best zullen beschouwen als nieuwe mode: een hype die het in de reality programma's een paar weken lekker doet (deed). De vraag is of je dat in deze tijd kunt vermijden.
Wat na de kortdurende media-aandacht overblijft, is niet te voorspellen. Waarschijnlijk is wel, dat de roep van transgenderisten in bepaalde kringen een bijdrage levert aan het doorbreken van het alles of niets denken op het gebied van gender. Daarbij is het gevaar niet denkbeeldig dat er straks drie in plaats van twee categorieën zijn (transseksueel, transgenderist en travestiet) en dat men iedereen met een gender-gekte dan gewoon in drie in plaats van twee hokjes stopt. Is dat te voorkomen?

Deelnemer aan het genderdebat

Natuurlijk is het van groot belang dat mensen kijken naar hun eigenbelang en dat ze zich organiseren in belangenverenigingen. Maar het wordt ook tijd dat degenen die geen man of vrouw zonder meer zijn, de patintenrol en het eigenbelang zoveel mogelijk aan de kant schuiven en geëmancipeerd deelnemer (= meedenker) aan de discussie over gender worden. Niet alleen: waar sta ik zelf, maar ook hoe zit dit in elkaar.
Met andere woorden: het wordt tijd dat al die verschillende tussenmensen zich actief bezig gaan houden met, aan de ene kant, de seksuologische en psychologische vragen en, aan de andere kant, maatschappelijke invloeden en pro-
cessen. Wat dit laatste betreft zouden zij zich bijvoorbeeld moeten afvragen in welk krachtenveld het genderteam werkt en hoe dat krachtenveld is te beïnvloeden.
Opstarten van en deelnemen aan het genderdebat is één strategie, en het Continuüm stelt haar kolommen open. Maar ongetwijfeld ligt deze wat intellectuele manier de een beter dan de ander.
Misschien is - naar analogie van de glamourgirls - het zelfbewust en met humor overal waar maar mogelijk is de unieke persoon die jij bent laten zien daarom wel de grootste bijdrage die geleverd kan worden aan het openbreken van de gender-tweedeling.